‘Ik had zin om er wat moois van te maken.’ Bewoner Stijntje Blankendaal doelt op de zandbak tussen de Knoopkruidweg, Tesjeslaan en Kummelweg in Westenholte. ‘De zandbak was vervuild en in het houtwerk zaten losse spijkers en splinters.’ Stijntje kreeg hulp van buren, kinderen, ROVA, gemeente en Hanneke.
‘Toen Stijntje de buurt optrommelde om te bespreken wat we met de zandbak en uiteindelijk het hele pleintje konden doen, vond ik dat een leuk idee. Ik woonde nog maar net in de wijk en vond het leuk om zo de buren beter te leren kennen. Ik wierp me op als organisator van het maken van een minibieb met de buurtkinderen. Mijn vriend timmerde de bieb van gerecycled hout, ik zorgde voor knutselmateriaal en de kinderen gingen los met het verven en pimpen van het biebje.’
Daarna kwamen de bewoners nog een paar keer bij elkaar om te praten over de inrichting van het plein. Hanneke: ‘Ik was terughoudend over het regelgedeelte; dacht dat dat een gedoe zou worden met veel administratieve rompslomp om geld los te peuteren.’
Bijeenkomst
Stijntje: ‘Ik wist dat het eerst even klagen werd. Over veiligheid, verlichting, overlast, gemeentelijke regels, putten die overstromen.’ Hanneke: ‘Het lukte Stijntje steeds weer om dat om te buigen zodat we op een positieve manier verder konden. Zo knap.’
Natuurlijk spelen
Bij het kiezen van een nieuwe inrichting voor het pleintje, kwamen ook de gemeentelijke regels weer om de hoek kijken, merkte Hanneke. ‘Het beleid van de gemeente is dat je een keuze maakt: of natuurlijke spelelementen of traditionele zoals een Wipkip. Ik vond het verwarrend dat de wijkregisseur ons eerst zelf liet kiezen, maar dat we later weer werden beperkt door de regels. Ik had het liever andersom: eerst de kaders, en dan daaruit kiezen. Maar uiteindelijk hebben we met elkaar een mooie keuze gemaakt. Er bleek veel mogelijk.’ Stijntje: ‘We hebben een hele enthousiaste wijkregisseur.’
Wijkregisseur Marjolein Geurtsen heeft de bewoners uitgelegd dat speeltoestellen elk jaar gekeurd worden. ‘De jaarlijkse keuring geldt niet voor spelelementen, tenzij die gecombineerd worden met speeltoestellen. Door te kiezen voor natuurlijke spelelementen heb je meer vrijheid om er zelf wat moois van te maken.’ Stijntje: ‘We hebben de kinderen laten kiezen. Het werd unaniem de klimboom.’
Ontwerp
De bewoners maakten een ontwerp voor de nieuwe inrichting. Dat voorstel ging naar de groenadviseur van de gemeente. Zij beoordeelt bijvoorbeeld of de inrichting bijdraagt aan meer biodiversiteit en minder wateroverlast, en of de beplanting bij elkaar past. Hanneke: ‘Het moest vooral groener en tegelijk een speelplek blijven voor de kinderen.’
Geldpotjes
En toen moest er toch over geld gepraat worden. Hanneke: ’Dat ging eigenlijk best gemakkelijk. Marjolein weet veel en zo kregen we een bijdrage van de gemeente en hebben we zelf geld aangevraagd bij het Oranjefonds. Met een beetje hulp van de Groene Loper. En dankzij Stijntje die alles coördineerde.’
Adoptiegrond
De bewoners adopteren het stuk grond van de gemeente. Ze doen dan de inrichting en het onderhoud zelf. ‘Maar we kregen wel hulp’, aldus Stijntje, ‘ROVA verwijderde de zandbak en maakte het vak klaar voor het gras, de klimboom en een tweede boom. Hanneke vult aan: ‘Toen de bomen werden geplaatst, liep de hele buurt uit.’
Daarna gingen de bewoners aan de slag. Stijntje: ‘Om de speelplek hebben de buren van wie de tuin aan het pleintje grenst geveltuintjes aangelegd. Van het geld konden we ook nog vleermuiskastjes kopen.’
Ontmoetplek
Stijntje: ‘De speelplek is een ontmoetplek geworden voor iedereen. Op Burendag gaan we weer aan de slag. Nu doen we ideeën op en bekijken we hoe de speelplek gebruikt wordt en wat er nog ontbreekt. We hebben de hulp ingeschakeld van Catharine Hone van Permacultuur Zwolle. Zij denkt mee over de beplanting, zoals eetbare struiken, en natuurlijke verstophoekjes voor de kinderen.’ Hanneke: ‘En we willen het plein nog een naam geven. Daar maken we een wedstrijd van voor de kinderen.’